|
KLIK
voor andere strips van
Eduardo Risso
KLIK
voor andere strips van
Enrique Sánchez Abulí |
|
|
TORPEDO 1972
Jordi
Bernet + Enrique Sánchez Abulí
Uitgeverij HUM! | 48 p. | € 8,95 (SC) |
Sukkel
laat niet met zich sollen |
Dit
comebackalbum in kleur speelt zich 36 jaar na Torpedo
1936 af. Die versie in de jaren 1930 is een van onze
favoriete reeksen aller tijden. Het is dan ook smullen van
elke nieuwe integrale die inmiddels aan deel 3 van de vijfdelige
reeks zit. Zoiets valt moeilijk te overtreffen, zelfs niet
door scenarist Enrique Sánchez Abulí
die het nu zonder zeventiger Jordi Bernet moet
stellen. Eduardo Risso (100 Bullets,
Before Watchmen) maakt een goede beurt als invaller.
Hij tekent gewoon in zijn eigen stijl, met zijn eigen manier
van bladschikking zodat het stilistisch geen geforceerd gedoe
is. Maar hij is geen Bernet en diens tekenstijl bood al het
halve plezier.
De auteurs spotten een beetje met onze geliefde huurmoordenaar.
Hij lijdt aan Parkinson en voedert op een bankje in het park
de duiven. Zo is hij voor het eerst te zien. Nog steeds met
een venijnige grimas die op onweer staat, grijs haar en de
gekende kleren met gleufhoed. Een journalist en fotografe
schakelen zatlap Rascal, Torpedo's onafscheidelijke sidekick
annex zondebok, in om Torpedo te spreken te krijgen voor een
artikel met fotoshoot. De eerste aanblik die de killer hun
(en ons) schenkt, is meelijwekkend. Dat verandert snel als
hij zijn wandelstok gebruikt om duifjes dood te slaan. Zinloos
geweld, het blijft een kernwaarde in Torpedo's leven. Schuine
opmerkingen ten overstaan van vrouwelijk schoons laat hij
net zo min achterwege. Lange splitjurken maakten trouwens
plaats voor hotpants en minijurkjes. Hoewel zijn verdorven
geest nog wel wil, blijft zijn lichaam in gebreke. Op zijn
leeftijd komt niet alles meer makkelijk overeind, zo beweert
hij zelf. Die uitspraak logenstraft hij zelf door later beestachtig
de fotografe te verkrachten. Zijn houding tegenover vrouwen
is er niet op verbeterd en dat leest anno nu ongemakkelijk.
Voor de rest zorgt het artikel over hem voor reuring bij meelezende
maffioso die nog een appeltje met hem te schillen hebben.
De bejaarde killer toont niettemin aan dat er nog steeds niet
met hem valt te sollen, al is hij wat op de sukkel.
De vernieuwde aanpak vinden we nog stuurloos. Het lijkt opgevat
als een best off van al wat we goed vonden aan Torpedo
1936, maar je kan het net zo goed afserveren als een
karikatuur van het origineel. De bejaarde Torpedo zoekt duidelijk
nog naar een nieuw plaatsje in een veranderde wereld. Zelf
bleef hij stilstaan. Op zich is dit ook wel de grap van dit
album.
De dialogen lezen nog altijd als een tiet. Ook de vertaling
van het boeventaaltje is meer dan aanvaardbaar voor Vlaamse
lezers die anders een hekel hebben aan woorden en uitdrukkingen
met een te Nederlandse kleur. |
DAVID STEENHUYSE --- mei 2018 |
|