|
AFGERONDE
VERHALEN
DEEL 2 EN 3 VAN VIERDELIGE INTEGRALE REEKS |
|
KLIK
voor andere strips van
Peyo
KLIK
voor andere strips van
André Benn
KLIK
voor andere strips van
Marc Wasterlain
KLIK
voor andere strips van
Roger Leloup
KLIK
voor andere strips van
Daniel Desorgher
KLIK
voor andere strips van
Gos
KLIK
voor andere strips van
Yvan Delporte |
|
KLIK
voor andere strips van
Jeroen De Coninck
KLIK
voor andere strips van
Miguel Díaz
KLIK
voor andere strips van
Alain Jost
KLIK
voor andere strips van
Thierry Culliford |
|
|
DE SMURFEN integraal 2: 1967-1969: 4. Het Ei
en de Smurfen - 5. De Smurfen en de Krwakakrwa - 6. De Ruimtesmurf
Peyo / Gos + Peyo / Yvan Delporte / Gos
Standaard Uitgeverij | 272 p. | € 34,99 (HC)
DE SMURFEN integraal 2: 1970-1974:
7. De Leerlingsmurf - 8. Dat Moet Je Smurfen! - 9. Smurfe
Koppen en Koppige Smurfen
Peyo / André Benn / Marc Wasterlain / Roger
Leloup / Daniel Desorgher + Peyo / Gos / Yvan Delporte
Standaard Uitgeverij | 232 p. | € 34,99 (HC)
DE SMURFEN 37: De Dappere Draak
Jeroen De Coninck / Miguel Díaz + Alain Jost
/ Thierry Culliford
Standaard Uitgeverij | 48 p. | € 6,99 (SC) |
Eendrachtig
en machtig |
De
Smurfen is een van die zeldzame spin-offs die de hoofdreeks
(in dit geval Johan en Pirrewiet) heeft overtroffen,
zelfs compleet heeft weggeblazen. Alle lof voor die andere
middeleeuwse reeks van Peyo overigens. De
uitgekiende leesbaarheid van Johan en Pirrewiet in
tekst en tekeningen getuigt van een grenzeloze genialiteit
die alleen naast Hergé kan staan.
In De Smurfen kon weliswaar meer, van verhaaltjes
over een verdrietig Smurfje dat dolgraag de wijde wereld wil
verkennen (Een Andere Smurf dan de Anderen), maar
leert beseffen dat thuis nog altijd best is, een andere Smurf
die ervan droomt in de ruimte te reizen waarop een grootscheepse
operatie begint om die Smurf zijn wens te laten uitkomen (De
Ruimtesmurf) en een Smurf die er alles voor doet om als
Grote Smurf te kunnen toveren (De Leerlingsmurf)
over een door André Franquin ontworpen
monsterlijk gedrocht van een vogel die het dorp van de Smurfen
terroriseert en hen op de vlucht drijft (De Smurfen en
de Krwakakrwa) tot maatschappijkritisch lachen met fascisme
(De Smurführer), feminisme (De Smurfin)
en het vastleggen van de Belgische taalgrens (Smurfe Koppen
en Koppige Smurfen).
Het is dat laatste verhaal, in de derde integrale, dat we
nog steeds zeer hoog inschatten. Het is politieke satire op
zijn allerbest, begrijpbaar uitgelegd voor jong en oud. Het
verschil in taalgebruik bij Smurfen die in het noorden of
het zuiden van het Smurfendorp wonen, mondt uit in het vastleggen
van een fysieke grens om de twee groepen in elkaars helft
te houden. Dat ene huisje op de taalgrens (waarin je onze
hoofdstad Brussel moet zien) bezorgt de bewoner een identiteitscrisis.
De twist over eigenlijk niks escaleert zodanig dat Grote Smurf
geen andere oplossing ziet dan aan te kloppen bij aartsvijand
Gargamel zodat zijn Smurfen zich eendrachtig en machtig kunnen
keren tot een gemeenschappelijke vijand. Moeten we er een
tekeningetje bij maken? We dachten het niet, dat deed de studio
van Peyo al voortreffelijk.
Die studio was een noodzakelijke beslissing om alle werk te
kunnen bolwerken. Peyo had ook nog Johan en Pirrewiet,
Steven Sterk, Poesie, Jakke en Silvester,
diverse reclameopdrachten, geïllustreerde leesverhalen
en heel wat meer op zijn bord. Dat het runnen van een studio
en onderhandelen over contracten met het soms verre buitenland
hem stress en andere kwalen opleverden, was een jammerlijke
voorbode voor ernstige waarschuwingen en uiteindelijk zijn
dood. De altijd weer knap geïllustreerde en informatieve
dossiers staan stil bij de oprichtigng en uitbreiding van
de studio. Het studiowerk is ook een verklaring voor de opvallend
uiteenlopende tekenstijlen tussen de verschillende strips,
met Marc Wasterlains penseellijn als meest
herkenbare, maar ook meest afwijkende stijl. Vooral in de
honderdtal gags die in de derde integrale zijn opgenomen,
zijn de verschillen groot. Het waren de jaren dat Gos,
André Benn, Roger Leloup en
Daniel Desorgher de studio vervoegden. Die
gags zijn meestal flauw en doen wat afbreuk aan de sterk uitgewerkte
langere verhalen die zorgvuldig zijn opgebouwd, zeker de avonturen
die ons in onze kindertijd zelf deden dromen dankzij de Ruimtesmurf,
ons deden griezelen zoals de gemene Krwakakrwa of ons aan
het denken brachten door het veellagige Smurfe Koppen
en Koppige Smurfen.
Eenzelfde zorg herkennen we nog steeds in de albums die Peyo's
opvolgers maken. De Dappere Draak is het nieuwste
album in de reeks. Tekenaars Jeroen De Conick
en Miguel Díaz waken al lang over
de nu stabiele grafische kracht en standvastigheid terwijl
Alain Jost en Thierry Culliford
erin slagen maatschappijkritiek af te wisselen met meer rechttoe
rechtaan avonturen zoals dit er een is. Fafnir, de vuurspuwende
draak uit het Johan en Pirrewiet-album Het Onzalige
Land, duikt op bij de Smurfen. Hem onderdak bieden, is
geen optie. De blauwe dwergjes achterhalen dat Fafnir erop
uit werd gestuurd door een opgesloten baron wiens neef de
macht heeft overgenomen en de bevolking nu aan het uitpersen
is. De helft van het album wordt er gedold met de draak en
bevinden we ons tussen de mensen, die op Gargamel na niet
bepaald vaak voorkomen in de albums.
De Dappere Draak is helaas geen uitschieter na een
bovengemiddelde sliert albums waarin de variatie aan onderwerpen
troef was. De knipogen naar hedendaagse situaties zien we
niet alleen als een meerwaarde, maar ook als een slimmigheidje.
Net dat ontbreekt nu. Met twee integrales voor ons met daarnaast
het nieuwste losse album is het laatste ook wel letterlijk
en figuurlijk een dun geval.
Over de integrales hebben we wel nog een paar technische commentaren.
Sommige scans uit het weekblad Robbedoes (geïllustreerde
leesverhalen en andere reproducties van authentiek materiaal)
mochten in Photoshop nog eens extra onder handen genomen worden
voor een scherper resultaat. Wij zouden ook budget hebben
vrijgemaakt om àlle verhalen opnieuw te letteren met
een uniform lettertype, desnoods met het niet onaardige digitale
lettertype dat in de huidige albums wordt gebruikt. Nu is
het een allegaartje aan handschriften en niet zo beste positioneringen
in de tekstballonnen waarbij er veel te vaak inconsistentie
optreedt. Dit is een smetje op wat effectief een ultieme uitgave
van De Smurfen had kunnen zijn. Bovendien ontbreken
een aantal microverhalen uit Robbedoes en Spirou
waarvan we enkel de hertekende versies gebundeld krijgen.
Voor een perfectionist als Peyo verlangen we nu eenmaal niets
anders dan perfectie. En van een integrale verwachten we compleetheid. |
DAVID STEENHUYSE --- augustus 2018 |
|