|
DEEL
1 VAN ZESDELIGE INTEGRALE REEKS |
|
|
KLIK
voor andere strips van
Eddy Paape
KLIK
voor andere strips van
Greg |
|
|
LUC ORIENT - ALLE AVONTUREN 1
1. Het Dal van de Drie Zonnen - 2. De Bevoren Zombies - 3.
De Meester van Terango - De Sporen van Doctor X
Eddy
Paape + Greg
Sherpa | 160 p. | € 29,95 (HC) |
Toonbeeld |
Eind
1966 was Greg al een tweetal jaar hoofdredacteur
van Kuifje. Hij stelde vast dat het sciencefictiongenre
ondervertegenwoordigd was in het weekblad en hij vroeg aan Eddy
Paape om de reeks Luc Orient te tekenen
die hij zelf zou schrijven. Waarom? "Omdat hij de laatste
was aan wie een concurrent dacht om hem sciencefiction te
laten tekenen", aldus Greg. Dat kwam goed uit voor Paape,
want er was onenigheid gerezen bij uitgeverij Dupuis
die in Robbedoes de detectivereeks Jan
Kordaat publiceerde.
Ravian maakte pas eind 1967 zijn intrede in Pilote.
Het genre werd tot die periode altijd beschouwd als pulp en
kon op weinig goedkeuring rekenen. Edgar P. Jacobs
leek die aversie nochtans te counteren met zijn Blake
en Mortimer, maar hij kreeg op elk van zijn verhalen
wel kritiek. Met Luc Orient wilde men verandering
brengen in het genre en de houding ertegenover. De paginalay-out
was dynamisch, bepaalde inkleureffecten deden hun intrede,
de aanpak van de decors en de personages was verfrissend en
wasemde vooruitgang uit. Luc Orient was een moderne
sf-reeks. Of zoals Alain De Kuyssche het
in zijn biografie Eddy Paape: La Passion de la Page d'Après
verwoordde: "Luc Orient bracht de stripwereld
bij wat 2001, A Space Odyssey van Stanley
Kubrick (en Arthur C. Clarke, de
schrijver van het scenario) aan de sciencefictionfilms bijbracht:
klasse." Paape: "Ik denk dat ik wel mag
zeggen dat we met Luc Orient pionierswerk verrichten.
Tot dan bestond sciencefiction uit monsters tegen aardse,
intergalactische superhelden. We wilden een verhaal vertellen
dat standhield met sciencefiction als achtergrond."
Allemaal goed en wel, maar het bovenstaande is wel verleden
tijd. Dik vijftig jaar later zijn de bakens in het genre al
lichtjaren verder geplaatst. We moeten Luc Orient
dus zo goed mogelijk in de omstandigheden van toen plaatsen
om de reeks beter te waarderen. Dat is sowieso een vereiste
bij al die integrales van oude stripreeksen. Paapes realisme
oogt nu klassiek en ook wel oubollig, maar een keer je (opnieuw)
in het verhaal zit, ervaar je het al gauw als een sterk staaltje
efficiëntie en een toonbeeld van leesbaarheid. Het is
allerminst saai. Hij wentelt met camerastandpunten, speelt
close-ups en prenten met een grotere impact slim uit, hij
werkt met zorg de omgeving uit terwijl je de personages goed
kan blijven volgen. Je kan wel merken dat hij met zijn academische
aanpak de juiste man was om als tekenleraar hele generaties
striptekenaars in de dop het vak aan te leren. Dat leerlingen
als Philippe Foerster, Olivier Grenson,
Andreas, Cossu, Philippe
Berthet en anderen zich nog verder bekwaamden met
origineel en herkenbaar tekenwerk, vloeit ook wel voort uit
de wijze raad van Pablo Picasso: "Learn
the rules like a pro, so you can break them like an artist".
En aan een steengoede pro is niets mis.
Ook Greg kende het klappen van de zweep. De eerste cyclus
van vijf verhalen is nog geïnspireerd op Flash Gordon,
een Amerikaans oervoorbeeld in het genre. In het eerste avontuur
komt Luc Orient, een atypische wetenschapper met een gespierd
lichaam en een stoere look, in contact met buitenaardsen van
de planeet Terango die net als de Vineanen in Yoko Tsuno
een aardig volk zijn... zolang ze niet geleid en misleid
worden door minder goed menende figuren. Een beetje menselijkheid
is hen niet vreemd. De strijd op aarde tussen Luc, professor
Kala en zijn secretaresse Lora enerzijds met Kala's rivaal
Argos anderzijds is er een van alle tijden. Daar komt dus
afgunst, hebzucht en machtswellust bij kijken. In deel 3 krijgen
Luc, zijn collega's en hun nieuwe buitenaardse vrienden met
een andere schurk te maken als ze Terango willen bevrijden
van dictator Sectan. Ook dat is een klassiek gegeven in sf-literatuur,
maar die formule werkt nog steeds.
De eerste twee verhalen zijn in feite een lange inleiding
op aarde naar de latere ruimteavonturen. Aan goed gedoseerde
spanning geen gebrek, maar zodra de personages op Terango
belanden, wordt het pas werkelijk interessant. Al tijdens
de ruimtereis waren we geïntrigeerd door de technologie
die Greg bedacht en die Paape overtuigend in beeld bracht.
Van zo'n originele vondsten moet een sf-reeks het toch vaak
hebben.
Aansluitend staat een kortverhaal met een leuke twist. In
het voorafgaande dossier van slechts zeven pagina's —
met meer afbeeldingen dan tekst — wordt op een drafje
de samenwerking tussen het auteursduo afgehandeld en passeren
een paar anekdotes de revue. Inhoudelijk is dit een mager
beestje, en dat is net zo goed het geval bij de dossiers van de integrales
van Chick Bill en De Brokkenmakers, twee
andere reeksen die oorspronkelijk bij Le Lombard
verschenen. Elk van die integrales dateert in het Frans al
van twintig tot tien jaar geleden. Pas daarna werd een grondiger
aanpak, zoals die waarin Dupuis excelleert,
een must. En net nu bracht Scratch Books
de derde integrale van Jan Kordaat uit met allemaal
verhalen van tekenaar Eddy Paape. Het dossier dat daarin staat,
is van een compleet andere orde.
Toch weer een goede zet van Sherpa om Luc
Orient opnieuw uit te geven. Gelukkig kozen ze voor integrales
in plaats van hun oorspronkelijke plan om alle losse albums
in hardcover uit te brengen. Daar zagen we toen het nut niet
van in. Het drukwerk en de papierkeuze voldoen aan de hoge
standaard die Sherpa zichzelf oplegt. Ook de nieuwe lettering
met een goed gekozen lettertype is geslaagd, al bleven tijdens
de vele naleesrondes wel enkele kemels staan die we Sherpa
al hebben doorgegeven. |
DAVID STEENHUYSE --- oktober 2018 |
|