De Jaren Eppo
NASLAGWERK
De Jaren Eppo
KLIK
voor andere strips van
Ger Apeldoorn
DE JAREN EPPO
Ger Apeldoorn
Uitgeverij L | 160 p. | € 24,95 (SC) • € 29,95 (HC)
Kroniek
Na het goed onthaalde De Jaren Pep uit 2014 kon een gelijkaardig boek over de succesvolle opvolger van het Nederlandse stripblad Pep niet ontbreken. Ger Apeldoorn werkte de voorbije paar jaar dan ook aan een ontzettend rijkelijk geïllustreerde, nostalgische en historische terugblik op het stripblad Eppo dat in 1975 voor het eerst verscheen nadat Pep en Sjors opgingen in het nieuwe stripweekblad Eppo. Eppo verscheen vervolgens onder diverse namen (Eppo Wordt Vervolgd, Sjors en Sjimmie Stripblad, SjoSji, Striparazzi) tot 1999. Tien jaar later herlanceerde uitgever Rob van Bavel Eppo waarin opnieuw heel wat nieuwe reeksen het licht zagen en oude reeksen een comeback beleefden. Apeldoorn interviewde (voormalige) auteurs en redacteurs om tot een zo volledig mogelijk tijdsdocument te komen. Hij had zoveel te vertellen en te tonen dat hij meer pagina's ter beschikking kreeg dan voor De Jaren Pep.

Een eerste hoofdstuk gaat over het doorgaans onderbelichte stripweekblad Sjors waaruit eigen creaties werden geplukt die een doorstart mochten maken in Eppo. In de beginjaren bleek de inbreng van Martin Lodewijk van een niet gering belang bij het uitwerken en uitdokteren van reeksen die in het blad zouden verschijnen en bij het opzetten van het blad zelf. De creatie van Storm is maar één van de vele gouden ideeën die hij leverde. Verder steekt Apeldoorn zijn bewondering voor Wilbert Plijnaar, tegenwoordig een story(board) artist voor Amerikaanse tekenfilmstudio's, niet onder stoelen of banken. Op diens creativiteit stond geen maat en het spoorde collega's van hem aan om minstens even goed te doen.

Eppo lanceerde de carrière van menig Nederlandse stripmaker. Ook Vlamingen, Walen, Britten, Fransen en andere buitenlanders passeerden de revue om speciaal voor Eppo nieuwe reeksen te maken. De Franstalige bestseller Leonardo van Turk en Bob de Groot heeft zijn succes zelfs te danken aan Eppo. Ook De Generaal, Franka, January Jones, Gilles de Geus, Agent 327, Johnny Goodbye, Lowietje, Soeperman, Steven Severijn, De Familie Fortuin, Roel Dijkstra, Sjors en Sjimmie (voortaan door Robert van der Kroft) en anderen maakten furore in het blad en dikwijls ook daarbuiten. Een eerste doorbladering is al een feest van herkenning of een uitnodiging tot nadere kennismaking. Eenmaal je je lezend verdiept in het boek maak je (opnieuw) kennis met minder bekende helden en reeksen, ingebed in het verhaal achter Eppo, van de start over de verdere ontwikkeling en de hoogtepunten tot een inzichtrijk overzicht van foute beslissingen, spijtige ingrepen en de onvermijdelijke verdwijning om tien jaar later alsnog voorzichtig terug te keren met een (onverwachts) hernieuwd succes.

Apeldoorn, inmiddels zelf een medewerker van het stripblad Eppo, maakt er geen droog naslagwerk van met alleen maar een opsomming van chronologische gebeurtenissen. Als een kroniekschrijver schuift hij analyses, veronderstellingen op basis van gefundeerde uitlatingen, kritiek en complimenten tussen de feiten. Je hoeft het niet altijd met 'm eens te zijn, maar zo helpt het wel om De Jaren Eppo als een deels gevoelsmatige terugblik op een stevige brok Nederlandse stripgeschiedenis te waarderen. Het karakter, de zwaktes en sterktes van betrokkenen blijft daarbij niet onbelicht. Apeldoorn kletst daarbij niet uit zijn nek. Hij ging te rade bij tientallen betrokken stripmakers en voormalige redactieleden en geeft info over wat zich achter de schermen, op de redactie of bij auteurs thuis, afspeelde en dat een directe invloed had op het stripblad.

Daarnaast is De Jaren Eppo ook een zeer mooi kijkboek geworden. Er lijkt geen enkele reeks uit het stripblad overgeslagen te zijn om er minstens één plaatje of een cover van te tonen. De op het eerste gezicht stortvloed aan beelden is bij lezing een helder en evenwichtig spel tussen beeld en tekst. Zo staat ieders favoriet zeker afgebeeld.

Wat deze uitgave misschien nog completer had kunnen maken — behalve een betere controle op Franse auteursnamen als Christian Godard (en niet Godart) en Joann Sfar (en niet Sfarr) — is een complete index van alle in het blad verschenen strips, gags en kortverhalen. Dat vorserswerk is weliswaar al door anderen gebeurd, maar als het er toch op aankomt verkiezen wijzelf ook een mooie en uitgebreide bloemlezing boven obsessief-compulsief lijstjeswerk.

Het verhaal is nu helaas uit. Geen andere De Jaren meer, of het zou De Jaren Donald Duck of De Jaren Tina kunnen worden. Door de mindere affiniteit die we met die bladen hebben, zouden we die weliswaar toch links laten liggen.
DAVID STEENHUYSE --- juni 2018

Lees ook deze vorige besprekingen of raadpleeg ons archief: