|
DEEL
3 VAN INTEGRALE REEKS IN ZES DELEN |
|
|
KLIK
voor andere strips van
Eddy Paape
KLIK
voor andere strips van
Yvan Deloprte
KLIK
voor andere strips van
Jean-Michel Charlier |
|
|
JAN KORDAAT integraal 3
1950-1954: Jan Kordaat bij de Vat-Fehn-Ling - 3. Het Geheim
van de Donkerburcht - 5. De Super Gamma-straal - 6. De Bevrijding
van Prof. Stagmus
Eddy
Paape + Yvan Delporte / Jean-Michel Charlier
Scratch Books | 312 p. | € 39,90 (HC) |
Geen
meerwaarde |
Hoe
tekenaar Eddy Paape de indertijd zeer populaire
reeks Jan Kordaat uit het weekblad Robbedoes
in handen kreeg, kon je in het dossier van de vorige integrale
lezen. Hoe die reeks verder evolueerde, waarom scenarist Jean-Michel
Charlier de reeks overnam van de toch wat rare snuiter
Yvan Delporte en hoe de reeks op flink wat tegenstand
van uitgever Charles Dupuis stuitte, zijn
lezenswaardige en inzichtrijke hoofdstukken in deze integrale.
Dupuis en zijn jaknikkende entourage verweet Paape zelfs te
veel zwart te gebruiken in zijn tekeningen, wat men zag als
een teken van luiheid om geen details te hoeven tekenen. Het
dossier toont in ruime mate aan hoe belangrijk Paape was voor
het weekblad Robbedoes (zo gaf hij Oom Wim gestalte
en hij hielp tekenaars als Victor Hubinon)
en meerdere generaties striptekenaars, het soort info dat
we misten in de recent gestarte integrale van zijn grootste
succesreeks Luc Orient. Hoe Jan Kordaat
hem werd afgenomen en zijn daaropvolgende reeks Flip Flink,
eveneens op scenario van Charlier, genekt werd door een gebrek
aan steun van zijn uitgever, is net zo min een fraai stukje
stripgeschiedenis. Die werkelijke overname door Jan Kordaats
oorspronkelijke tekenaar Jijé komt
pas in de volgende integrale aan bod. In deze integrale staan
de laatste verhalen van Paape.
Vooreerst is dat de complete versie van Jan Kordaat bij
de Vat-Fenh-Ling. Het prehistorische volk in Thailand,
waarmee Jan in contact komt, dankt zijn naam aan een Waalse
vloek die op de fotogravure van Dupuis vaak te horen viel.
In het dossier staat het nog redelijk fatsoenlijk vertaald,
maar eigenlijk betekent het zoveel als "fuck you".
Er zit veel dynamiek in Paapes tekeningen, de invloed van
een Milton Caniff is zichtbaar. Dat kan het
Indiana Jones-achtige avonturenverhaal wel hebben.
Het gaat over archeologische kunstschatten die op bevel van
slecht menende boeven gesmolten worden door een in het oerwoud
teruggetrokken stam waarbij ook een twistzieke dame met haar
op 'r tanden te maken heeft.
Vanaf Het Geheim van de Donkerbrucht, met een sfeervolle,
intrigerende cover die ook de kaft van deze integrale siert,
past Paape zijn tekenstijl aan en ziet het er strakker, donkerder
en ook wel compacter uit door de weinige plaats die 'm door
de teksten in de prenten gegund wordt. Eigenlijk zouden we
het ook saaier moeten noemen, maar Paape is dan toch weer
zo inventief door zeer regelmatig van camerastandpunten en
perspectieven te wisselen en efficiënt met zijn beeldregie
en wat er getoond moet worden om te springen. Charliers verhaal
is een mysterieuze detectivethriller over een verondersteld
monster dat de bewoners van een kasteel onrustig maakt. Net
zoals in de tekenfilmserie Scooby-Doo is er een realistische,
geloofwaardige oplossing voor dergelijke mysteriën. Vanaf
dit verhaal is Jefke trouwens ingeruild voor de vrolijke reporter
Kobus. Paape had zelf moeite om aan te nemen dat een volwassen
man zomaar met een jochie optrekt. Charlier maakte van Kobus
een stuntelaar die we in veel andere vormen herkennen in andere
reeksen die hij bestierde. Hoe dan ook is Kobus een gepastere
sidekick voor de held met de ijzeren vuisten.
Het tweeluik De Super Gamma-straal en De Bevrijding
van Prof. Stagmus speelt in op een naoorlogse angst voor
de bom. Professor Stagmus weet dat hij in gevaar is en spreekt
Jan Kordaat aan. De speurder heeft het aanvankelijk moeilijk
om de gek handelende professor te geloven. Al snel belandt
hij in een grootsere intrige waarin veel actie en spanning
voorkomen en waarbij doortastendheid en sluwheid van pas komen.
De oude, onrealistische, vlakke inkleuring van de verhalen
is een grote drempel om de strips in deze integrale voldoende
naar waarde te schatten. Daarbovenop zijn de verhalen niet
opnieuw geletterd en staat het bijgevolg vol schrijffouten,
oude spelling, kronkels in de vertaling, stugge zinsconstructies
en om de haverklap andere handschriften. Met een mogelijke
uitleg dat het om redenen van authenticiteit is, laten we
ons niet graag afschepen. Dit is gewoon slordig en biedt geen
enkele meerwaarde. De opwaardering zou net zijn om de teksten
met zorg naar de lezers in 2018 te brengen. Met de oude inkleuring,
de gedateerde tekeningen en de verhaalaanpak kunnen we anno
nu leven, met de manke dialogen niet. |
DAVID STEENHUYSE --- oktober 2018 |
|