|
INTEGRALE
VAN VIJFDELIGE REEKS
MET BONUSVERHALEN |
|
|
KLIK
voor andere strips van
Mœbius |
|
|
EDENA integraal
1. De Ster - 2. De Hof van Edena - 3. De Godin - 4. Stel -
5. Sra - Napels Zien - Sterven en Napels Zien - De Planeet
Nogmaals... - De Reparateurs
Mœbius
Sherpa | 408 p. | € 55,00 (HC) |
Schijnbaar
moeiteloos |
408
pagina's Mœbius, daar moesten we wel
even voor zitten. De Wereld van Edena, nu kortweg
Edena genoemd, begint in 1983 als een commerciële
opdracht van wagenbouwer Citroën die een portfolio met
zes stripplaten wil uitgeven als cadeautje voor Citroën-dealers.
In die periode werkt Mœbius volop aan het grensverleggende
De Incal terwijl Hollywood hem ook al lang had ontdekt
als designer. De commerciële opdracht is een open invitatie
om weer eens zelf een verhaal te schrijven en dat benut Mœbius
door niet goed te luisteren naar zijn opdrachtgever en een
strip van 39 platen te maken. Het wordt uitgegeven als De
Ster en behalve de aanwezigheid van een oldtimer, die
als een lachwekkend anachronisme oogt als hij uit een bestuurbare
meteoriet rijdt, en twee vervormde delen van een in de ruimte
opstijgende piramide die het bekende Citroën-logo vormen, leest dit allerminst als een reclamestrip.
Het avontuur vindt in De Ster grotendeels plaats op een naamloze, kale
planeet waar een stad van ruimteschepen rond een kolossale
piramide is gebouwd. Blijkbaar wachtten andere ruimtereizigers
al enkele honderdduizend jaren op de komst van de ruimtereizigers
Stel en Atan, twee androgyne figuren, die het wonderwel lukt
de piramide te betreden. De piramide neemt alle schipbreukelingen
mee en vliegt naar Edena, de paradijsplaneet. Daar begint
het ware avontuur van Stel en Atan die alias Adam en Eva in
het Aards Paradijs de erfzonde begaan. Na het eten van appels
verandert hun lichaam langzaamaan in een duidelijker geprononceerd
mannen- en vrouwenlichaam. En dat wekt lust op bij Stel. Atan
is daar niet van gediend en vlucht weg. Wanneer ze weer bij
elkaar komen, bedrijven de mooie jongelingen dan toch de liefde,
maar tijdens de copulatie komt een groot monster uit de grond tevoorschijn
die het stelletje naar het stadscentrum sommeert voor de bruiloft.
Stel en Atana worden andermaal van elkaar gescheiden. Elk
doorspartelt een reeks onnavolgbare belevenissen zonder weerga
die we niet kunnen samenvatten in een alineaatje.
Edena laat zich niet vergelijken met De Incal,
behalve dan dat het even meesterlijk is getekend door Mœbius
in zéér goede doen. Toch is er een evolutie
in de tekenstijl merkbaar. Waar De Ster nog behoorlijk
kaal is qua tekenstijl winnen de tekeningen halverwege De
Hof van Edena aan detail. In de daaropvolgende verhalen
— met De Godin als summum — blijft Mœbius
dat aanhouden om tot slot met Sra terug te gaan naar
de bron. Ook kleur is van belang, van groot belang zelfs.
En ook dat evolueert tussen de verhalen met een duidelijk
ambachtelijk patina in de eerste delen tot het nogal vlakke resultaat van de
digitale toverdoos in de laatste delen.
We hadden enthousiaster willen zijn over het scenario dan over de
tekeningen, maar het verhaal is ons toch net iets te gek om
los te lopen en om daarvan ten volle te genieten, met elfen, letterlijk en figuurlijk zweverig
gedoe, een gemaskerde bevolking en vertelsels over een dictatoriale
Paterne. We snappen het
ook niet helemaal, als er al iets te begrijpen valt. We zoeken
er ook geen achterliggende boodschappen in.
Wat overeind blijft, is de vorm. Mœbius speelt met alle
mogelijke vormen en zet ze naar zijn hand. Niemand doet na
wat hij schijnbaar moeiteloos uit zijn mouwen schudt. Dat
schijnbare is net de genialiteit van de meester. En nochtans
staan we net zo goed graag stil bij de wandelende Stel op
pagina 101 die een zware zak draagt waardoor zijn lichaam
tegenwicht moet bieden. Dat lijkt ons een schoolvoorbeeld
van anatomische logica waar een tekenaar even moet bij stilstaan
om zijn scherpere waarneming dan die van gewone stervelingen
in de praktijk om te zetten. Mœbius maakt gewoon geen
ongelukkige grafische keuzes, zelfs niet wanneer zijn fantasie
met hem op de loop gaat. Het klopt gewoon allemaal, ook buiten
de wereld van Mœbius.
Aansluitend op de vijfdelige saga staan vier kortverhalen
die vooral als onbegrijpelijke stijloefeningen ogen. Mooi,
maar ook nietszeggend. |
DAVID STEENHUYSE --- augustus 2018 |
|