Robert en Bertrand 5: De Rode Herberg door Willy Vandersteen op nummer 761
Robert en Bertrand was een van de laatste grote creaties van Willy Vandersteen die het tot een langlopende albumserie schopte. Hij baseerde zich hiervoor op de gelijknamige romanfiguren die Raf Verhulst alias Koen Ravestein op papier had gezet. De bewerking was zeer vrij. De twee boeven werden sympathieke zwervers met een grote vrijheidsdrang en een romantische inborst die enkel de vuisten laten knallen onder bepaalde omstandigheden: "Slechts in gevaar... geweld in 't gebaar". In de eerste albums wordt er nog in rijm gesproken. De Rode Herberg is simpelweg het spannendste verhaal van de reeks.
 
Donjon Zenit 1: Eendenhart door Lewis Trondheim + Joann Sfar
Uitgeverij M (2003, HC)

Donjon Zenit vertelt de avonturen van een eend en een stelletje geschifte collega's die samen de boel draaiende houden in het commercieel uitgebate Donjon-complex. In deel 1 werkt Herbert — de niet zo bijster intelligente eend waarvan sprake — er aanvankelijk nog als hulpje. Een klein beroepsfoutje met grote gevolgen zorgt ervoor dat hij de plaats van een groot krijger moet innemen. Toevallig een groot krijger met een zware opdracht waartegen Herbert niet echt opgewassen is.

Aantal genomineerde albums van Lewis Trondheim: 11/2296
Aantal genomineerde albums van Joann Sfar: 12/2296
Omdat zijn zelfgetekende strips niet aantikten bij uitgevers mocht Joann Sfar het uiteindelijk proberen als scenarist voor Delcourt voor wie hij Troll schreef dat Olivier Boiscommun op vraag van Delcourt tekende. Talent vertaalde de albums. Met coscenarist Jean David Morvan wilde hij een reeks maken in de trant van Asterix terwijl Boiscommun liever iets zag zoals Samber. De liefhebbers van het genre hielden ervan en de verkoop was zeer goed te noemen. Maar Sfar zat het tegen. In diezelfde periode publiceerde hij de bizarre sprookjesachtige bundel Le Petit Monde bij L'Association waar hij met veel zorg en ziel aan had gewerkt. Er werden met veel moeite tweeduizend exemplaren van verkocht tegenover de twintigduizend van Troll. Sfar beklaagde zich in 1998 hierover tegen Lewis Trondheim die in die tijd hetzelfde atelier Nawak deelde. Trondheim vond dat Sfar niet moest zeuren en dat hij blij mocht zijn dat zijn fantasyverhalen goed verkochen. Sfar vroeg dan waarom ze niet zelf een reeks zouden maken die zich inhoudelijk kon meten met The Lord of the Rings en Star Wars, maar met de humor uit Mickey Parade en The Muppet Show. Hij zou zelf het verhaal bedenken en de paginalay-out vastleggen terwijl Trondheim het scenario zou moeten uitwerken en de tekeningen maken. "Bingo!" zei Lewis, maar toehappen deed hij niet. Hij zag het liever als een deel uit de Kobijn-serie die toen liep bij Dargaud. Sfar zag het grootser als een reeks van tien, honderd, duizend album met een ritme van twee of drie, vier per jaar. Daar moesten ze beide om lachen. Met Kobijn had Trondheim al genoeg, vond hij. Toch belde Sfar hem elke week op over het voorstel. Na alle gestalk van Sfar zwichtte Trondheim. In 1998 volgde het eerste album bij Delcourt.
 
Het duo beleefde veel pret aan het maken van de strip. Na de eerste Donjon-albums begon het Joann Sfar te steken dat hij niet zelf van die stomme monsters kon tekenen. Daarom begonnen ze in 1999 met Donjon Avondschemer waarin de rollen werden omgedraaid: Sfar tekende aan de hand van de lay-outbepalingen van Lewis Trondheim. Deze spin-off begon met het nummer 101 en met een nummering van de pagina's die begint op 4600. Het werd al net zo'n succes als Donjon Zenit. Als grap stelde Trondheim voor om ook een derde serie te maken over de Wachter als klein jongetje. Daar zag Sfar wel graten in. Hij dacht dat Trondheim het serieus meende. En hops, daar kwam Donjon Ochtendgloren met een nummering die begon bij -99. Sfar zette de lijnen uit voor deze reeks en Trondheim zorgde voor de lay-out. "Tegenwoordig hou ik mijn bek als ik domme ideeën heb", voegde Trondheim er later aan toe. En opnieuw schreven, schetsten en lay-outten ze. Voor deze spin-off is het hun gezamenlijke vriend en collega Christophe Blain die het inktwerk voor zijn rekening nam. De vierde spin-off Donjon Parade (als hommage aan Mickey Parade) zijn kortere verhalen van dertig pagina’s getekend door Manu Larcenet. Ondertussen kregen de auteurs ook nog eens de smaak te pakken om samen te werken met andere tekenaars en zetten voor de aardigheid een vijfde spin-off op: Donjon Monsters waarin elk album getekend werd door een andere tekenaar. De verhalen focussen zich telkens op een nevenpersonage uit de hoofdreeks.
 


© De Stripspeciaalzaak 2010