CAVEMAN 


Tayyar Ozkan • Arashi
66 p. (SC)
Vlees noch vis
De cover van Caveman geeft het hele opzet van het album weer: een holbewoner stapt dwars over een tijdslijn een moderne stad binnen. Uitgeverij Orgcomicart presenteert van de in de Verenigde Staten wonende Turk Tayyar Ozkan een bundeling van korte, tekstloze strips die telkens hetzelfde stramien volgen. De lezer krijgt over enkele bladzijden een scène met holbewoners voorgeschoteld, die steevast eindigt met één plaatje dat een vergelijkbare situatie in onze moderne tijd weergeeft. Na het lezen van slechts enkele verhaaltjes wordt al duidelijk hoe Ozkan tewerk gaat: hij vertrekt immers vanuit een hedendaags idee en fantaseert er dan een prehistorische setting rond.

Om eerlijk te zijn kregen wij het warm noch koud van deze Caveman. Het mag duidelijk zijn dat Ozkan met zijn strip wil aantonen dat de mens ondanks ettelijke eeuwen evolutie nog altijd door dezelfde primitieve drijfveren — zijnde geweld en seks — wordt aangestuurd. Dat mag dan een correcte observatie zijn, ze kan bezwaarlijk origineel worden genoemd. Bovendien valt de auteur met zijn verhaaltjes tussen twee stoelen. Zijn ideeën zijn lang niet scherp of humoristisch genoeg uitgewerkt om van satire te kunnen spreken, terwijl zijn maatschappijkritiek nogal vrijblijvend is. Hij weet bovendien zelden te verrassen. Daardoor kan je je niet van de indruk ontdoen dat hij de holbewonersavonturen in de eerste plaats voor zijn eigen lol heeft gemaakt, als een soort stijloefening.

Zijn tekeningen versterken die gedachte. In zijn bij het realisme aanleunende stijl lijkt Ozkan vooral veel genoegen te scheppen in het weergeven van halfblote vrouwen in erotische poses. Eén blik op de site van de Turkse Amerikaan (www.tayyarozkan.com) leert dat dit nog niet zo denkbeeldig is: naast de 'brave' Caveman-reeksen grossiert hij in pure pornostrips waarin onze voorouders eveneens de hoofdrol spelen. Op zijn gedetailleerde zwartwittekeningen valt weinig aan te merken, maar een nadeel is wel dat hij zowat alle prehistorische personages dezelfde kop meegeeft. Dat komt de leesbaarheid en het inlevingsvermogen niet ten goede.
> HANS OTTEN — juli 2006